ETOS DC
ACTIEVOEREN DOE JE ZO
Tekst Ronald de Kreij Beeld Doon van de Ven, FNV

Ingmar van der Waart: ‘Teleurstellend was dat het zo lang heeft moeten duren’
Actievoeren, hoe doe je dat? Is staken effectiever dan handtekeningen verzamelen? Heeft actievoeren überhaupt zin? De meningen hierover verschillen. In Actievoeren doe je zo kijken we terug op succesvolle acties van leden en kaderleden van FNV Handel. Om van te leren.
“Naar gevoel voor goed doel”, zo luidde de kop boven een artikel in het FNV Magazine van december 2020. Wat stond daar onder? Nou, dat de medewerkers van het Etos-distributiecentrum (DC) in Beverwijk voor het eerst in de geschiedenis actie hadden gevoerd. Dat gaf ze een slecht gevoel, want ‘staken is niet leuk’, maar leverde hen wel 6,75 procent meer loon op (toen al!) en géén verslechteringen van bestaande toeslagen, atv-dagen en nog zo wat zaken. De werkgever had ingezet op nul procent erbij en wél diverse verslechteringen. Wat een succes. Zeker voor zo’n eerste keer actievoeren.
‘Ja, dat voelde goed’, erkent Ingmar van der Waart, procescoördinator op het Etos-DC en kaderlid van FNV Handel. ‘Maar het gaf ook een dubbel gevoel. Want we hebben er negen dagen aan één stuk voor moeten staken. De manier waarop het ging en dat het zo lang heeft moeten duren voor we pas gehoord werden, was ook teleurstellend. Gelet op hoe breed onze actie gedragen werd, hadden we verwacht dat de werkgever eerder water bij de wijn zou doen.’
Eén front
Waarin schuilt volgens Ingmar het succes van de actie? ‘In het feit dat we één front hebben gevormd. Samen sterk. Er was wel een tweedeling onder het personeel, maar wij, de voorstanders van actie hebben een hechte groep gecreëerd. In het begin hadden we nog maar een kleine groep FNV-leden. Zo’n 30 mensen op een werknemersbestand van ongeveer 130 vaste en 130 uitzendkrachten. Daarom zijn we druk gaan werven. Ik weet niet hoeveel nieuwe leden we hebben ingeschreven, maar uiteindelijk hebben we gestaakt met zeker 125 collega’s, van wie zo’n 20 flexkrachten.’
Behalve een sterk front vormen is het volgens hem ook belangrijk om duidelijke doelen te formuleren. ‘Waar ga je voor? Wat wil je bereiken? Natuurlijk, je moet bereid zijn water bij de wijn te doen, maar je moet ook weten wat je onder de eindstreep minimaal over wilt houden. En daar moet je voor gaan.’
Collega’s meekrijgen
Het kost tijd om collega’s mee te krijgen, weet Ingmar inmiddels. ‘Er zijn altijd mensen die moeten wennen aan het idee om te gaan staken of die in het gevoel blijven zitten dat zoiets niet kan. Daar moet je aandacht voor hebben. Gesprekken mee voeren. Niet om ze geforceerd te overtuigen van jouw gelijk, maar om ze – zo mogelijk – te winnen voor de zaak waar jij voor staat.’
Heel goed vindt hij het dat Etos na afloop van de acties energie heeft gestoken in de terugkeer van de rust op de werkvloer. ‘Even bij elkaar zitten, stakers en niet-stakers, teamleiders en coördinatoren, en uitspreken dat we met elkaar verder moeten en willen. Héél goed. We hebben elkaar allemaal in onze waarde gelaten.’
Acties in de winkels
Hoe verhoudt de actie van de Etos-medewerkers in het DC zich tot de recente acties van hun collega’s in de winkels? ‘We steunen hen volledig in eisen’, bezweert Ingmar. ‘We hebben zelfs onze bereidheid getoond om sympathie-acties te gaan voeren. Wij hebben immers zelf in de zelfde positie gestaan als waarin zij nu verkeren.’
‘Anderzijds’, vult hij aan, ‘ook voor ons komt er weer een nieuwe cao aan. Gezien de opstelling van de werkgever richting het winkelpersoneel, kan het er ook voor ons in het DC wel weer eens om gaan spannen. We zullen het zien. We zijn voorbereid en in geval van nood weten we hoe het moet. Hoe je succesvol actie moeten voeren, bedoel ik.’
‘HET GEHEIM? EEN STERK FRONT EN DUIDELIJKE DOELEN’