DAAROM
‘ALS KADERLID MOET JE MONDIG ZIJN’
Tekst Frank Smit Beeld De Beeldredaktie/Arie Kievit
Joäo-Antonio Dias Soares (52) werd geboren in Kaapverdië. In Nederland bleek die naam zo lastig uit te spreken, dat zijn juf op de basisschool voorstelde hem voortaan Johnny te noemen. Johnny werkt als vrachtwagenchauffeur bij DHL.
1. Hoe kwam je bij DHL terecht?
‘Op m’n 18e kwam ik via de dienstplicht bij het Korps Mariniers. Daar heb ik elf jaar gediend. In die tijd ben ik vier keer uitgezonden voor vredesmissies. Dat had ik wel een beetje gehad. Toen een vriend van me bij het korps uit dienst ging en begon bij Van Gend & Loos (nu DHL) vroeg hij me of dat niet ook iets voor mij was. Dat bleek, want ik werk er nu al 22 jaar.’
2. Dus het bevalt goed?
‘Zeker! Het is een prima bedrijf. Maar er zijn altijd dingen die beter kunnen. DHL heeft een eigen cao. Die loopt zo’n 9 procent achter op de lonen in de cao Beroepsgoederenvervoer (TLN). Terwijl we hetzelfde werk doen. Daardoor is het heel moeilijk om aan nieuw personeel te komen.’
3. Waarom werd je kaderlid?
‘Ik was al mentorchauffeur, leidde nieuwe chauffeurs op en legde uit wat de regels en werkwijze zijn bij DHL. Dus ik was al aanspreekpunt voor iedereen. Maar we hadden op mijn standplaats Rotterdam nog geen FNV-kaderlid, dus dat ben ik toen gaan doen. Nu kan ik mijn collega’s informeren over wat er gaande is, vertellen waar de bond mee bezig is. En mensen lid maken, nu al een stuk of vijf, zes. Want hoe meer leden we hebben, hoe sterker we staan. DHL is best stug in onderhandelingen. Samen kunnen we een groot blok vormen en ze onder druk zetten. Bijvoorbeeld voor een salarisverhoging, betere arbeidsvoorwaarden.’
4. Wat maakt jou een goed kaderlid?
‘Niet iedereen is geschikt om kaderlid te zijn, dat moet je liggen. Je moet mondig zijn. En niet alleen van alles roepen, maar ook actie durven ondernemen. Een voorbeeld: een uitzendkracht die bij ons werkte voelde zich een beetje benadeeld. Dat gaf hij aan bij de supervisor. Die zei dat als hij niet meteen weer aan het werk ging, hij morgen geen baan meer had. Dat hoorde ik, dus ik ben meteen op hem afgestapt. “Wat zeg jij nou? Dit is gewoon dreigen hè, wat je doet. Dat kun je niet maken.” Daarna heeft hij zijn excuses aangeboden. Had hij dat niet gedaan, dan had ik er werk van gemaakt.’